photo: Eddy van Wessel

Translate

Saturday, March 19, 2011

People are the centre of the democracy

Sulaymaniya is coloured green. The main streets of the town are disrupted because of the celebration of March 7, the uprising against Saddam. People dance for hours around their cars in Salim Street. Kurdsat shows me life footage, but at KNN I only see images of the demonstration of today. The colour green is not there at all.

Thousands of protesters are assembled in the centre of Sulaymaniya for the 20-somethingth day. I know it from people who went to the bazaar and told me, I know it from KNN, I see pictures in independent newspapers. But if I stay at home and only watch PUK or KDP-channels, I have no clue of what is going on in the world outside, a few miles from my home.

Erbil is coloured green and yellow. The main streets of the Kurdish capital are disrupted with people waving flags and banners for PUK and KDP at the 20th anniversary of the uprising on 11 March 1991. Zagros gives me life images, Gali Kurdistan as well, Kurdsat and Kurdistan TV mention it in their news broadcasts. But again if I were only tuning in to KNN, I would not be informed about what is happening outside, in my own country.

Perhaps if I buy independent newspapers, I will get the news, but much later. I want it now, because I want to be well informed. I decide to try Radio Nawa, but they do only words, no images. And I wonder: Does working as a journalist for a party paper really mean that you must close your eyes? That you keep information from your readers that is important for them to know, as it is happening in their country and affects their opinion? Do journalists of party papers really want to decide what their readers should think?

I think not. I guess they want to inform the Kurdish people just as much as other journalists want to. But they feel they have a loyalty conflict. They feel that as they are paid by the party, they should only report what they think the party wants them to report. As thus, they censor themselves.

The result of this is that readers/viewers/listeners of party media only get part of the story. To be really informed, they have to switch channels; they have to buy more than one paper. Many do not - and do not even realize that there is another side to a story, or that things are happening that they have no knowledge of.

Journalists are supposed to be an important part of a democracy. In the triangle of people, politics and press they must make sure people are informed about what is going on in their society and what politicians do about it, and on the other hand they convey to politicians what are the thoughts and wishes of the people. They are supposed to be the so called fourth power, reporting and checking on the deeds of politics, government and justice. In Kurdistan, most journalists do not play this role.

Journalists are bound by their own ethic standard, which tells them not to be biased, to report in an honest way, not to omit information that is important as to put a subject in its context. In Kurdistan, most journalists do not adhere to these ethics.

Yet, democracy in Kurdistan is growing. We saw last week how the parliament is growing up, calling the Prime Minister to come and explain what has happened. He comes and answers them, partly in front of TV camera’s so all his subjects (and their voters) can see. The parliamentarians vote on their first motion of confidence against the government. They write history.

In this climate we also need journalists to make history. To start playing the role the democracy is asking them to play. Not as part of the political system, but as reporters, as honest informers of the citizens.

Because in a democracy, it is the people who are the centre of the system. It is their votes, that put politicians in their seats. And it their votes, that can remove them if they do not listen to the peoples wishes. The parties are just a tool to serve the people. And journalists should check on how this is working out, and report on that.

While in the past weeks Kurdistan is growing into its role as a democracy, shooting at civilians demonstration for their demands has no connection to this progress. The only positive result I can think of is that it serves to teach politicians where the limits are in a democracy – but that process should not cost lives. That discussion should take place in the Kurdish media, as the Kurdish people need to know if and how progress is being made. Demonstrations are a democratic tool, and journalists need to report on them to make politicians realize what needs to be done to keep the people happy.

So is this something party journalists cannot do? I wonder why not. If their bosses feel that they are all part of the democratic system, it is the party media that should start the discussions. To give the people a voice. It should not be a problem to disagree; politicians will learn most from opinions that differ from their own. It serves to sharpen their minds and arguments.

My own newspaper used to be part of a party, as most media in my original home country, the Netherlands. It still has ‘the colour’ of that party and chooses subjects that are close to the hearts of voters of that party - but now is reporting in a neutral way. Its opinion page is open to all, and has become an influential platform of opinion makers and others on a broad number of subjects.

I challenge party newspapers and newspapers published with party money in Kurdistan to take up this role. Your politicians need to know what people in their country feel, need, want and demand. And your readers need to be well informed to be able to make up their minds. In this way media can really play their role in the society.

This article was published in Kurdistani Nwe (March 14, 2011) and on the website of Rudaw.

Saturday, March 12, 2011

Koerdistan schrijft geschiedenis

Hoe bind je burgers weer samen, na weken van protesten? Door ze te wijzen op een gezamenlijke herinnering, of een gezamenlijk doel. En dat is wat er deze week in Koerdistan is gebeurd.

Terwijl in het centrum van Sulaymaniya voor de zoveelste dag werd gedemonstreerd, vond op de belangrijkste weg naar het centrum een feestje plaats. De PUK had de 20ste verjaardag van de opstand tegen Saddam op 7 maart 1991 aangegrepen om te feesten. PUK-leider en president van Irak Jalal Talabani kwam de menigte toespreken die zich had verzameld voor het PUK hoofdkwartier op Salimstreet, zwaaiend met de groene PUK vlag met de roos die eigenlijk een tulp is.

De PUK gebruikte een herinnering, die iedereen koestert - de ontworsteling van hun stad aan Saddam - als samenbindend element. Bovendien weet iedereen dat dit te danken was aan strijders van de PUK. De verbroedering vond plaats voor het PUK-hoofdkwartier. Ik zag de TV gesprekjes voeren met mensen die ik me herinnerde uit de verkiezingstijd van de zomer van 2009, en die toen voor de afgesplitste Veranderingspartij (Gorran, de belangrijkste aanstichter van de betogingen) waren.

De partij ging nog een stapje verder. Talabani sprak, met naast zich zijn vrouw Hero Khan, de first lady van Irak maar ook van de afdeling Sulaymaniya van de PUK, de menigte toe. Hij sprak over de strijd voor Kirkoek, dat hij het 'Jeruzalem van Koerdistan' noemde.

Sinds het begin van de onrust zijn zo'n 6000 Koerdische strijders samengetrokken buiten de oliestad Kirkoek. De reden voor deze belegering waren berichten dat geplande protesten in de Arabische voorsteden zouden worden gebruikt om de stad in handen te krijgen. Er zouden oud-Baatleden actief zijn, samen met activisten voor Al-Qaida. De protesten liepen ondanks de aanwezigheid van de peshmerga's uit op vernielingen van overheidgebouwen en politiebureaus, maar de peshmerga's zijn nog steeds rondom de stad gelegerd.

In deze situatie riep Talabani op tot een samenwerking met de Turkmeense minderheid in Kirkoek, om de veiligheid te garanderen. Hij kreeg ervoor op zijn kop vanuit Bagdad - hij is immers president van heel Irak - maar zijn boodschap trof Koerdische harten. Er is vrijwel niemand in Koerdistan die Kirkoek los wil laten; die stad moet onderdeel worden van de KRG.

En zo duurde het feestje in Salimstreet tot diep in de nacht, met dansende mannen, vlaggen, vuurwerk en muziek die uit autostereo's dreunde. De PUK-stations deden er met graagte verslag van, KNN negeerde het groen en berichtte slechts over de betoging.



suley puk feest.jpg

Bovenstaand beeld is verbazend in een stad die al drie weken in de ban is van protesten, waarbij doden zijn gevallen. Waarvoor duizenden soldaten zijn aangevoerd, die wat op straathoeken hingen, maar ook insloegen op betogers en op journalisten. Die opeens verbazend onzichtbaar zijn geworden.

Minder verbazend in de hoofdstad Erbil, die een paar dagen groen en geel zag van de PUK en KDP-vlaggen. Ter gelegenheid van de 11de maart, de dag van de opstand in Erbil, was er een grote manifestatie georganiseerd, die vele duizenden op de been bracht.



De manifestatie vormde de afsluiting van een week waarin in Koerdistan geschiedenis is geschreven. Politici hebben pogingen gedaan gehoor te geven aan de oproepen van betogers. Met de belofte van vervroegde verkiezingen, banenplannen, het beperken van salarissen van politici. En toen het parlement voor het eerst in zijn geschiedenis de premier op het matje riep, kwam die, om - ook al voor het eerst - klare antwoorden te geven. Waardoor we weten dat de schutters op de betogers in Sulaymaniya van de eerste betogingsdag vervolgd gaan worden, net als de aanvaller (leden van de veiligheidstroepen) op TV-station Nalia.

De premier overleefde vervolgens zonder problemen de motie van wantrouwen - ook een 'first' in de geschiedenis.

De vraag is nu hoelang de protesten nog doorgaan. De bazari's zijn het zat - en onder de winkeliers in de bazaar was veel aanhang voor Gorran. De economie ondervindt schade, alles ligt stil. Mensen zijn het protest zat, de dreiging van een splitsing. Zijn de vroegere vijanden PUK en KDP eindelijk gaan samenwerken, en nu willen de betogers dat er geen Koerdische regio meer is, maar drie stadsstaten...

De dreiging ook van geweld, daar willen we vanaf. In dit land weet men immers uiteindelijk alleen maar oplossingen te vinden via het geweld. Als je je jarenlang hebt moeten verzetten tegen de onderdrukker, is het moeilijk uit die 'mode' te komen. Verzet zit ingebakken, ook al is er nu een democratie. Het is een breuk met het verleden als het zonder lukt.

Bekende Koerden beginnen zich te roeren. Een groep bekende schrijvers (Bachtiar Ali, Mariwan Kanie) heeft afstand genomen van de eisen van Gorran. Is dat genoeg om de betogingen te laten uitbranden, of is er teveel gebeurd? Of brengt het Koerdische nieuwjaar, Nowroz, als het leven altijd zeker een weekk stilligt, de rust waar zovelen naar verlangen?

Friday, March 4, 2011

'We hebben spijt van onze stem'

Maar een enkel Iraaks TV-station doet live verslag van de protesten op deze Dag van de Waardigheid, waarbij in heel Irak duizenden mensen de straat op gaan. Dit is de tweede vrijdag van grootscheepse protesten in heel Irak. Alleen Sharqiya staat met camera's in Bagdad, Basra en Najaf. Andere stations hebben zich door de overheid laten overtuigen alleen in hun nieuws kort verslag te doen, of helemaal niet.

Sharkiya heeft geen banden met de Iraakse regering van premier Al-Maliki, en laat zien hoe mensen dansen en leuzen scanderen, terwijl soldaten ze op afstand houden van regeringsgebouwen. ,,Dit is een vreedzame demonstratie'', staat op het roze papier dat een oudere vrouw in het zwart omhoog houdt. Vorige week werd de betoging op het Tahrir Plein in Bagdad met geweld beeindigd. Op verschillende plaatsen in Irak zijn journalisten die de betogingen versloegen de afgelopen weken gearresteerd, mishandeld of bedreigd. De regering heeft liever niet dat hun berichten de rest van de wereld bereiken.

,,Waar is mijn recht en dat van mijn zoon'', staat op het plakaat dat een man in Najaf draagt, met zijn kind van een jaar of tien aan zijn zijde. ,,We hebben spijt dat we jullie gekozen hebben'', meldt het papier van een andere betoger in Basra, en ,,We willen hervormingen, geen vertrek van de regering''. Een betoger in Bagdad die werk heeft, komt uit solidariteit: ,,We hebben geluisterd naar de Seyeds (geestelijken) die zeiden op wie we moesten stemmen, dat doen we niet weer.''

De slogans zijn uitgeprint deze week, vorige week waren ze nog geschreven. Op het Tahrir Plein staat deze keer pontificaal een portret van de zoonschoon van de profeet, Ali, die shiieten vereren. Want deze keer worden de protesten gesteund door Moktada al Sadr, die veel steun heeft in de armere wijken van de Iraakse steden.

Ondanks het geld dat de regering uitgedeeld zou hebben aan sheiks en stamhoofden om mensen thuis te houden, zijn duizenden de straat opgegaan. Hoewel uitgaansverboden en autoverboden het hen moeilijk maken zich bij andere betogers te voegen, is het enthousiasme groot. De eisen herinneren aan die elders in de Arabische wereld: banen voor jongeren, betere voorzieningen, persvrijheid, einde aan de corruptie. Het verschil is dat de Irakezen de kans hebben gehad hun regering te kiezen. En besloten hebben eindelijk hun onvrede openlijk te tonen, hoewel premier Al-Maliki ze uitmaakt voor aanhangers van Saddam en verklaart dat hun aantal veel te klein is om er iets op uit te doen.

Ik zit er op afstand, in het veilige Erbil met vrienden uit Bagdad naar TV te kijken. ,,Vroeger werden ze per bus vervoerd en wilde niemand gaan'', zegt een van hen. In Saddams tijd werden mensen verplicht naar demonstraties te gaan, om de buitenwereld te laten geloven dat de grote leider geliefd was. Dat maakt de betogingen in Irak extra bijzonder. Sinds 2003 is er wel betoogd, maar niet eerder zo grootschalig en langdurig als nu.

In Erbil is het rustig, hoewel ook in Iraaks Koerdistan op veel plaatsen nog steeds vrijwel dagelijks wordt betoogd. Het heeft premier Barham Saleh de mogelijkheid gegeven enkele maatregelen te nemen waar hij al plannen voor had: een banenplan voor 2 miljard dollar, en verlaging van de salarissen van politici. Bovendien heeft de Koerdische president Barzani in een opmerkelijk korte toespraak (5 minuten) gemeld dat hij bereid is vervroegde verkiezingen uit te schrijven, als de burgers dat echt willen - tegelijk met een oproep toch vooral vreedzaam te demonstreren.

Waar veel betogers in Sulaymaniya op wachten, kwam niet. Ze eisen excuses voor het schieten op betogers, twee weken geleden, door de KDP beveiligers voor het hoofdkwartier van hun partij. Daarbij vielen enkele doden. Inwoners van mijn woonplaats eisen dat de schutters vervolgd worden. Demonstreren is een recht, en president Barzani geeft dat toe, maar excuses blijven uit.

In Koerdistan beginnen politici in te zien dat zij aan zet zijn. Maar zijn een banenplan en een aanbod voor verkiezingen voldoende? ,,Het probleem is dat niet de regering of het parlement de macht hebben in Koerdistan'', zegt journalist Asos Hardi als ik hem ernaar vraag. ,,KDP en PUK hebben de macht.'' Hij noemt als voorbeeld het feit dat de Salahadin Universiteit in Erbil dicht is op bevel van de KDP-studentenbond, terwijl de minister vergeefs probeert de studies te laten hervatten. ,,En de KDP stuurde troepen naar Sulaymaniya, zonder dat de premier er iets aan kon doen. Het was de PUK-top die voorkwam dat we hier een bloedbad kregen.''

(Foto's Press TV en Jantine van Herwijnen)

Sunday, February 27, 2011

Betogers wachten op politieke zetten

Jantine van Herwijnen, Sulaymania.

Tien dagen wordt er nu al geprotesteerd in Sulaymaniya. In de stad zijn nu vier doden en meer dan honderden gewonden gevallen. De protesten hebben zich uitgebreid naar onder andere Chamchamal, Kalar en Halabja waar ook veel gewonden en twee doden zijn bevestigd.

De onrust begon tijdens een demonstratie een vijftienjarige jongen door de bewakers van het hoofdkantoor van de KDP werd doodgeschoten. Nadat betogers het gebouw met stenen bekogelden, is daar meermalen met scherp geschoten. De woede is groot, en leidt tot dagen van onrust in de stad. De politie neemt de stad over; wegen, kruispunten, gebouwen en tal van andere plaatsen worden bewaakt door politie, peshmerga's (strijders) en veiligheidspolitie.

Op een nacht wordt Nalia TV in brand gestoken. Het gloednieuwe satellietstation zond nog maar net uit. Verschillende verhalen doen de ronde, het wordt een politiek spel. Sommigen denken dat de eigenaar, Nalia Company, zelf verantwoordelijk is, die naar PUK- en KDP-ers. De brand zou 's nachts zijn aangestoken door een grote groep gewapende en gemaskerde mannen.

Ook zondag verzamelen zich duizenden mensen rondom het Seray plein. De sfeer is gespannen, de woede hangt in de lucht. ,,Kom, daar wordt geschoten.” Een groep fotografen rent voorbij de rij veiligheidsagenten, snel worden nog een paar foto’s genomen. De agenten schijnen niet onder de indruk te zijn, ze poseren voor de foto.

De oproerpolitie moet gepasseerd worden. Een agent pakt met veel geweld een camera af en geeft de eigenaar een paar klappen. Een tweede fotograaf wordt tegengehouden. Van de andere kant komt er veiligheidspolitie aanrennen. Een man schreeuwt tegen de fotografen dat ze gek zijn. “Willen jullie dat er iets met je gebeurt?” Wanneer een cameraman filmt dat een jongen gearessteerd wordt roept een van de agenten: “Stop, doe rustig, we worden gefilmd.”

Een reporter wordt in elkaar geslagen, foto’s van fotografen worden vernietigd. Veel journalisten die verslag doen van de demonstratie krijgen problemen.

Op maandag, vijf dagen na het begin van de onrust, weet niemand wat te verwachten. “Het zou wel eens heftig kunnen worden,” denkt Shwan Mohamed, hoofdredacteur van de onafhankelijke krant Awena. Journalisten maken de afweging of ze naar de betoging zullen gaan, die ook voor vandaag weer is aangekondigd. Er is nu al drie dagen geschoten en zondag zijn er weer veel gewonden gevallen. Door de gestresste situatie, ook bij de politie, kan niemand meer een goede afweging maken. Toch blijft het rustig, mensen gaan aan het einde van de middag naar huis omdat het begint te regenen.

Asos Hardi, directeur van Awena en een gerespecteerd journalist, houdt met andere intellectuelen een toespraak. Ze vragen de demonstranten geen geweld te gebruiken. Plastic bloemen worden uitgedeeld aan de asaish, de veligheidspolitie. Een groep mannen in witte gewaden heeft een ‘vredeslijn’ opgezet. Ze houden een wit lint vast, en demonstranten worden tegenhouden zodat ze niet in de buurt van de asaish kunnen komen. “Want mensen zijn boos omdat er doden zijn gevallen. Dat rekenen ze de politie aan.”

Door de luidsprekers klinkt de oproep tot een vredelievende demonstratie zonder geweld. Koerdische vlaggetjes worden omhoog gehouden.

Ook dinsdag, woensdag en donderdag blijft het rustig. Vrijdag 25 februari worden er in het hele land demonstraties gehouden. Duizenden mensen verzamelen zich rondom het omgedoopte Plein van de Vrijheid om gezameliijk te bidden. In Sulaymania houdt men het hart vast, nadat er een zelfmoordterrorist is opgepakt in de stad. Het is veel kleurijker en vredelievender dan de vorige dagen. Vrouwen en kinderen maar ook de zon zorgen voor een gemoedelijke sfeer. De asaish en de protestanten zijn nader tot elkaar gekomen.

Dan klinkt een harde klap door de straten rondom het Seray plein. Honderden mensen rennen alle richtingen op. “Een bom,” wordt er geroepen. De paniek is toegeslagen. Schoten maken het nog angstaanjagender. Een dodelijk slachtoffer wordt weggedragen. Er vallen zeker vijftien gewonden. Uit beelden blijkt dat de asaish niet alleen in de lucht schieten. Beweerd wordt dat een van de demonstranten begon met schieten, maar mensen die erbij waren ontkennen dat.

Niemand weet hoelang dit nog door zal gaan. De betogingen die met een ruime duizend mensen, vooral jonge mannen, begonnen, hebben hun momentum nog niet verloren. Relschoppers uit omliggende dorpen maken niet langer de dienst uit. De ordebewaarders in wit hebben ze de wind uit de zeilen genomen. Het gaat nu vooral nog om de boodschap: het volk is ontevreden. De bal ligt bij de politici, die bij elkaar zijn geweest, zonder het eens te kunnen worden.

Saturday, February 19, 2011

Veldslag in Sulaymaniya

Jantine van Herwijnen, Sulaymaniya

Wat begon als een vredelievende demonstratie tegen het gebrek aan faciliteiten, eindigt donderdag in Sulaymania in een schietpartij met zeker 5 doden en tientallen gewonden.

,,Gefeliciteerd Tunesie, gefeliciteerd Egypte,'' galmt het krakend uit de luidsprekers rondom het Saray plein in Sulaymaniya, dat in de volksmond ook wel het plein van de revolutie wordt genoemd. Slechts een klein deel van de menigte van ruim duizend mannen schreeuwt mee. ,,Weg met Talabani, weg met Barzani.” Mensen lopen af en aan, in de bazaar lijken de winkelende mensen niks in de gaten te hebben van wat er 50 meter verderop gebeurt.

Sulaymaniya is de tweede stad in het Koerdische noorden van Irak. In 2009 keeg de opposite partij Gorran (verandering), een afsplitsing PUK hier veel steun en veroverde 25 van de 111 zetels in het Koerdische parlement. Na aanleiding van de protesten in andere landen in het Midden Oosten heeft Gorran een verklaring uitgeven waarin ze eerlijke verkiezingen eist en het aftreden van de regering. Sindsdien is de asaish in verhoogde staat van paraatheid.

Bij de demonstratie slaat de sfeer om. Het hoofdkwartier van de Koerdische Democratische Partij (KDP), gelegen aan een drukke verkeersader die uitkomt bij de bazaar wordt door demonstranten met stenen bekogeld. De veiligheidspolitie (sectie KDP) begint te schieten, in de lucht maar ook op mensen. Kogels komen tot zeker 300 meter verder in de hoofdstraat van de bazaar, Malowi street, waar winkeliers hun zaak aan het sluiten zijn.

De jonge betogers zijn woedend. Ze bestormen de grote politieauto’s met afweergeschut van de asaish en zelfs de ambulances die de gewonden willen ophalen, worden bekogeld met stenen. De menigte begeeft zich steeds dichter naar het KDP-kantoor. Weer wordt er geschoten, deze keer met een automatisch wapen. Honderden mensen vluchten alle kanten op, en springen over het hek het publieke park in.

,,Ren harder, hier zijn we niet veilig,” schreeuwt Rabar, een student Engels die kwam demonstreren voor betere levensomstandigheden van gewone burgers. ,,Er is te weinig elektriciteit en water,” vertelde hij rustig voordat de situatie uit de hand liep. ,,De politici zijn corrupt, ze denken alleen aan zichzelf.'' Als hij een veilige plek heeft gevonden in een zijstraatje komt zijn woede naar boven. ,,Dit pikken we niet, de KDP moet hiervoor boeten.”

Mensen op straat zijn verontwaardigd. Een jongen laat een foto zien op zijn mobieltje van een van de dodelijke slachtoffers die rondgaat via Bluetooth. De 15-jarige jongen gooide stenen richting de asaish. ,,Maar dat hij dood is was geen ongeluk.”

Nadat er een tijdje niet geschoten is, gaan velen terug naar waar alles gebeurt. ,,We kunnen onze medestanders niet alleen laten. Bang ben ik niet, ik ben klaar om te sterven voor mijn land.”

Bij het ziekenhuis van Sulaymania staan tientallen mensen te wachten op meer informatie, ambulances blijven gewonden aanvoeren. Een huilende vrouw vertelt dat haar zoon gewond is. ,,We mogen niet naar binnen, niemand vertelt ons hoe het met hem gaat.”

,,Ik had niks met de demonstratie te maken”, vertelt Rebar Adbullah, die het ziekenhuis uit komt met een lopend infuus in zijn arm. Hij laat de wond zien in zijn rug. ,,Ik liep uit mijn winkel, ver van waar het gebeurde, maar werd geraakt door een kogel.”

Toegangswegen, die leiden tot de plaats van de demonstratie, zijn afgesloten. Beveiligers bewaken politieke gebouwen en huizen van politici. De burgemeester van Sulaymania heeft een avondklok afgekondigd tot de volgende ochtend 7 uur. Restaurants en winkelcentra in de hoofdstraten worden gesloten.

Toch weten de demonstraten via een omweg in de buurt van het KDP kantoor te komen. Pas en paar uur later is de rust teruggekeerd. Autobanden smeulen na, demonstranten zitten neerslachtig op straat of staan zwijgend langs de kant van de weg. Hun verwijten richten zich tot de KDP. ,,Wij blijven tot morgen, en dan zal duidelijk worden dat dit nooit meer mag gebeuren.”

Ook in de Koerdische hoofdstad Erbil is het onrustig. Daar wordt het hoofdkwartier van Gorran (waar ook een studio van haar zender KNN is gevestigd) in brand gestoken. Vingers wijzen naar aanhangers van de KDP. Die geven de oppositie de schuld van de uit de hand gelopen situatie in Sulaymaniya, en menen dat het schieten met scherp op ongewapende betogers pas gebeurde nadat die op het KDP-kantoor geschoten hadden.

Na de gebeurtenissen ontstaat een mediahype op Facebook en Twitter. Jongeren protesteren tegen de dood van de 15-jarige. Oproepen voor nieuwe betogingen volgen. De peshmerga (de Koerdische militie die onderdeel is geworden van het Iraakse leger) patrouilleert in de straten van Sulaymaniya - slechts gewapens met de wapenstok. In Erbil is de asaish in staat van paraatheid en bewaakt de gebouwen van de KDP en woningen van haar leiders.

De sfeer is er een van afwachting. Stilte voor de storm? Gaan de protesten door?

(Thanks for the picture to Karzan Kardozi at http://themovingsilent.wordpress.com)

Friday, February 11, 2011

Saddam is al weg

Met Mubarak die zijn hoofd heeft moeten buigen voor de stem van de Egyptenaren, is het veelzeggend om te lezen dat hij Bush de vader en de zoon had aangeraden Saddam te laten zitten. Irak is te moeilijk, dat heeft een 'eerlijke dictator' nodig, zou hij gezegd hebben. Met dank aan Wikileaks.

Saddam en Mubarak

Mubarak klaagde ook dat de jonge Bush niet naar hem wilde luisteren, terwijl de oude toch altijd naar zijn adviezen had gehandeld. George W. Bush besloot dat hij Saddam kwijt wou. Dat hij daarmee Iran in de kaart zou spelen, zoals Mubarak waarschuwde, dat nam hij voor lief.

We zijn acht jaar verder. Veel Irakezen kijken jaloers naar Egypte. Daar heeft het volk de verandering veroorzaakt, en daarmee de zaak in handen. In Irak leidde het Amerikaanse ingrijpen tot chaos en geweld dat tot op de dag van vandaag voortduurt. Deze week vielen er in Kirkoek bij drie aanslagen, waarvan twee dood zelfmoorddaders, zeven doden en 78 gewonden.

De opwinding van wat er eerst in Tunesie en daarna in Egypte gebeurde, veroorzaakt ook golfbewegingen in Irak. In verschillende steden is gedemonstreerd. Premier Al-Maliki heeft zich gedwongen gezien te beloven dat hij geen derde termijn wil - die hij volgens de grondwet zelfs niet eens kan willen. Er komt een ' demonstratie van een miljoen' aan, afgekeken van Egypte. Maar het gaat de Irakezen om stroom en water, en niet om het vertrek van een dictator. Die is immers al weg, en officieel hebben ze nu een democratie. Maar die levert ze niet op wat ze willen: stroom om te koelen en te verwarmen, en schoon water uit de kraan.

,,Al twintig jaar geen constante stroom'', stelde een vriend van me vast. Want die ellende begon in Irak in 1991, toen de Amerikanen ook al ingrepen en Saddam uit Koeweit verjaagden. Die bleef toen nog zitten en wist de stroomvoorziening, met de kapot gebombardeerde bruggen en wegen, in korte tijd grotendeels te herstellen. Maar helemaal terug naar het niveau van voor Saddams Koeweitse avontuur is het nooit meer gekomen.

De verschillen tussen wat er nu in Egypte gebeurt en wat acht jaar geleden in Irak tot Saddams einde leidde zijn enorm. Saddam had alle mogelijke concurrentie verjaagd of vermoord. Mubarak hield de oppositie zeer kort, maar er zijn politici met kennis en kunde die het kunnen overnemen. De 18 dagen van protesten hebben Egyptenaren van verschillende achtergronden verenigd. De inval van maart 2003 heeft slechts een verdeeld Irak opgeleverd, waar iedereen zich probeert te verrijken en politici weinig visie tonen.

Mubarak was niet de enige die vond dat Irak een 'eerlijke dictator' nodig had. Menig Irakees deelt die mening. Ik voer dezer dagen veel discussies met Iraakse intellectuelen over Egypte en zijn toekomst, analoog aan wat er in Irak is gebeurd. En nog vanochtend werd me de vraag gesteld, die ik al zo vaak heb gehoord, of ik verwacht dat het ooit nog goed komt met Bagdad en hoelang dat dan gaat duren. Iemand noemde Bagdad het Kandahar van Irak - de shiitische provincialen die de dienst uitmaken hebben de wereldse stad veranderd in een conservatief religieus groot dorp. Komt dat ooit nog goed? Niet zolang Iran hier nog zoveel invloed heeft, en het vuurtje gaande houdt zodat Irak een zwakke buur blijft die geen bedreiging meer vormt.


Opvallend is dat de Iraakse betogers niet roepen om het vertrek van hun regering - maar ja, het heeft ook vele maanden geduurd voor die gevormd was. Noch roept men om een nieuwe dictator. Mensen geloven niet meer in politieke veranderingen, die hebben niets opgeleverd. Die democratie die de Amerikanen zeiden te brengen komt neer op een kluwen vechtende politici die niets klaarmaken. De Irakezen willen leven. Het warm hebben in de winter, en koel in de hete zomer. Goed water uit de kraan. Ze willen dat wat ze op de televisie zien dat heel gewoon is: een comfortabel leven. Een einde aan het geweld, dat zou ook leuk zijn.

Wat valt er nog meer te wensen? Saddam is immers al weg.

Friday, February 4, 2011

Winds of change in Koerdistan

bijdrage van Kees Schaepman

Het lijkt wel ruzie: nog voor hij drie woorden heeft uitgesproken wordt de Koerdische officier van de veiligheidspolitie woedend onderbroken. Niet om wat hij gezegd heeft, hij heeft trouwens nog niets gezegd, maar omdat hij qualitate qua bij voorbaat ongelijk heeft.

Zijn opponenten zijn lokale journalisten uit Kalar, deelnemers aan een workshop georganiseerd door het Independent Media Centre in Kurdistan. Later hoor ik dat zeker een kwart van hen familie is van de veiligheidsagent, de meeste anderen hebben waarschijnlijk bij hem op school gezeten.

Vriend- en vijandschap zijn in het noorden van Irak nauwe verwanten. De workshop wordt gegeven in Kalar. Doel is om de relatie tussen pers, politici en politie te verbeteren. Eerder heb ik tweedaagse workshops rond hetzelfde thema gegeven in Erbil, Suleimanya en Duhok. En steeds zag ik diezelfde agressie bij journalisten. Ze bombardeerden de bezoekende agenten en politici niet met vragen maar met meningen: de politie is wreed en gewelddadig; parlementaire oppositie voeren heeft geen zin; de wetten deugen niet en de uitvoerders van die wetten nog minder. Na afloop van de sessies dronken deelnemers en bezoekers samen broederlijk (en opvallend vaak ook zusterlijk) samen een kopje mierzoete thee.


Kalar is een stad van overlevers. Toen Saddam in de jaren tachtig meer dan honderdduizend Koerden liet vermoorden, vluchtten Koerden uit de vergaste en vernietigde omliggende dorpen hier naartoe. Op straat is de vrouwenmode zwart. Maar als ik, héél, héél voorzichtig het onderwerp traumatisering aan de orde probeer te stellen, kijkt de hele groep mij zwijgend en niet begrijpend aan. Trauma’s? Hoezo? Niets over bekend.

Op de televisies die overal aan staan, beginnen beelden uit Egypte het voetbal (de Azië Cup!) te overheersen. Een dag na mijn terugkeer hoor ik dat een workshop voortijdig moest worden beëindigd omdat er ander werk aan de winkel was voor de veiligheidspolitie. The wind of change. Maar niemand weet nog hoe die verandering zal uitpakken.

West Europa is voor de deelnemers aan mijn workshops een voorbeeld, veel meer dan de Verenigde Staten. Het beeld dat zij over onze samenleving koesteren is bijna idyllisch, al is Geert Wilders ook hier geen onbekende naam (Vroeger werd je als Nederlander in deze contreien alleen met landgenoten als Frank Rijkaard en Ruud Gullit geassocieerd).

De bereidheid om te leren is groot, groter dan ik gewend ben in andere landen in transitie. Vaak stuitte ik daar op een diep ingeklonken wal van eigen gelijk: bij ons gaat het nu eenmaal anders en als je onze cultuur niet kent kan je ook niet begrijpen waarom wij het anders doen. Hier merk ik weinig van zo’n afwerende houding.

Het maakt mij hoopvol, ondanks de corruptie, de verpolitiekte journalistiek, de afhankelijkheid van het buitenland (zelfs de stoelen in de café’s moeten worden ingevoerd) en de verzwegen trauma’s. De Koerden hebben voor het eerst een eigen land. En de mensen lijken vast besloten daar dan ook iets van te gaan maken. De straten zijn veilig, de bevolking is jong en de toekomst lokt.

Kees Schaepman is journalist (tot voor kort voor de Vpro), oud-voorzitter van de NVJ en trainer voor IMCK in Irak en voor Press Now in diverse andere landen in transitie