photo: Eddy van Wessel

Translate

Saturday, June 18, 2011

Teruggestuurd naar Bagdad

Moedeloos, wordt mijn collega van Trouw in Nederland ervan. Al die schrijnende gevallen in zijn minderheden portefeuille. ,,Soms verlies ik de vechtlust'', schrijft hij me.

Donderdag is er opnieuw een vliegtuig vol uitgeprocedeerde asielzoekers uit Nederland naar de Iraakse hoofdstad Bagdad gevlogen. Ruim een maand na het vorige, waar bar weinig reacties op zijn gekomen. Hooguit op de manier waarop mensen in Nederland zomaar van hun bed waren gelicht, hoe ze in de boeien waren geslagen, hoe kinderen werden behandeld.

Ik hoorde die verhalen toen ik begin deze maand (onder meer) drie van de teruggekeerde gezinnen in Bagdad sprak. Maar dat was niet wat me tot tranen roerde. Dat was het besef hoeveel leed hen is aangedaan.

Shiitische uitingen nabij Bagdad

Op de vlucht voor de wraak jegens oud-leden van de Baathpartij die in het sjiitische Bagdad aan de orde van de dag is, hadden ze alle schepen achter zich verbrand. Huizen en huisraad waren verkocht om de tocht naar Nederland mogelijk te maken. En nu zijn ze onverrichterzake terug.

In Bagdad is er nog altijd geen veiligheid. De wrekers van toen zijn nog steeds actief. De teruggestuurde gezinnen trekken van huis naar huis, van familielid naar familielid, bang voor het moment dat ze ontdekt worden. ,,Ze zitten nog steeds achter me aan, ze bespioneren me of ik nog voor de Amerikanen werk'', zei een de teruggekeerde asielzoekers die ik sprak, die niet in het vliegtuig zat maar een paar maanden eerder onder druk was gezet terug te gaan.

,,Een van mijn broers wil zijn huis verkopen, zodat ik opnieuw naar Europa kan vertrekken. 'Je bedreigt mij en mijn familie ook met je aanwezigheid', zei hij.''

De man was 12 kilo afgevallen sinds hij terug was, van de stress en de angst, en zag er jaren ouder uit dan de 41 die hij telde. Maar volgens de IND is het veilig voor hem in Bagdad. Hij weet zeker dat hij opnieuw zal vertrekken, net als de meeste anderen. Ze hebben geen keus, menen ze, het gevaar is te groot.

De verhalen verschilden, maar wat me trof was dat maar een vrouw zich boos maakte op de behandeling door Nederland. ,,Jullie vernietigen onze levens'', beschuldigde ze me. Anderen hunkerden vooral terug naar het verloren paradijs, waar het veilig was, waar vriendelijke mensen waren, kinderen graag naar school gingen.

Ik word regelmatig gebeld door de dochter van een van de gezinnen. Een 13-jarige die in drie jaar in Nederland vrijwel vlekkeloos Nederlands heeft leren spreken. Die tolkte voor haar ouders, en anderen in het AZC. En daarom graag tolk zou willen worden. Maar het slechte onderwijs in Bagdad zal haar weinig kansen bieden. Het allereerste probleem is al dat ze drie klassen onder haar niveau zal worden gezet, als haar vader de 75 euro niet vindt die de ambtenaar aan steekpenningen eist.

Donderdag is opnieuw een vliegtuig uit Nederland vertrokken, vol mensen die hadden gehoopt dat ze daar een nieuw leven mochten opbouwen. Die weg wilden uit de stad van religieuze tegenstellingen, moorden, bommen. Die daar voor hun levens vreesden. Net als de christenen die uit Irak vertrokken, en wél toegelaten werden in het Westen. ,,Ze willen ons moslims niet'', zei een van de vrouwen dan ook tegen me.

Is het dat? Of wordt er gedacht dat christenen meer slachtoffer zijn in Irak dan anderen? Omdat er in een Europa een propagandacampagne aan de gang is, waarin ieder christelijk slachtoffer breed wordt uitgemeten, en de andere genegeerd worden? Waarop baseert de Nederlandse staat de beslissing dat Bagdad veilig is - als het zijn eigen burgers afraadt er te zijn?
Dichtgespijkerde kerk in Bagdad

Moedeloos wordt mijn collega ervan. Ik word vooral boos over zoveel onredelijkheid en oneerlijkheid. En zoveel onwil om de werkelijkheid te zien. Over zoveel meten met twee maten. Hadden we in Nederland niet een rechtsstaat? Hoe kunnen we volhouden tegenover landen als Irak dat wij de kennis hebben, dat ze van ons kunnen leren, dat ze naar onze adviezen moeten luisteren - als wat we laten zien daarmee zo compleet in tegenspraak is?

Sunday, June 12, 2011

Do not crack the mirror!

My mother was a wise woman. One of the rules that she taught us children was this one: ‘If you do not like the way people are treating you, then don’t do the same to others’. In the past weeks I have often thought of her wisdom, when I looked at some of the stories of my Kurdish colleagues.

I would have liked to ask them if they like to be treated the way they are treating some of the personalities they are reporting about. I am quite sure the answer would be ‘no’. And yet many Kurdish colleagues still write stories based on one source, often even an anonymous source. A source that tells them something they like and they write it down without checking.

This is not journalism, as it breaks of the most important rules in the codes of ethics for journalists. Let me remind you of the first three points in the Code of Conduct by the IFJ, the International Federation of Journalists.

- Respect for truth and for the right of the public to truth is the first duty of the journalist

- In pursuance of this duty, the journalist shall at all times defend the principles of freedom in the honest collection and publication of news, and of the right to fair comment and criticism.


- The journalist shall report only in accordance with facts of which he/she knows the origin. The journalist shall not suppress essential information or falsify documents.


And look also at this one:

The journalist shall regard as grave professional offenses the following: plagiarism; malicious misinterpretation; calumny; libel; slander; unfounded accusations; acceptance of a bribe in any form in consideration of either publication or suppression.

Regarding all this, a journalist can almost never report on the information that he/she got from only one source. ‘Facts’, the code says. The chance that the source is using him/her is too serious. The chance that what he/she is reporting is slander, becomes enormous.

The first two points on the Code of Ethics of Al Jazeera are even more outspoken.

1. Adhere to the journalistic values of honesty, courage, fairness, balance, independence, credibility and diversity, giving no priority to commercial or political over professional consideration.

2. Endeavour to get to the truth and declare it in our dispatches, programmes and news bulletins unequivocally in a manner which leaves no doubt about its validity and accuracy.


A lot has been said in the past weeks about a story published in one of the Kurdish magazines, Lveen, which, based on one anonymous source, reported that the top of the two main governing parties were involved in a murder plot against opposition politicians. Both heads of the parties went to court because of the story, as would any other politician in any western country have done.

If a story like that was published in my home country Holland, the outcry would be enormous. Who said so, we will want to know, and has it been checked in any way? If not, be sure the court will punish the magazine that wrote it for slander and defamation of the good name of the persons involved.

I was worried when I saw report of Human Rights Watch and Reporters sans Frontieres about the subject, protesting that the Kurdish government is ‘trying to silence Lveen’ by fining it so heavily that it will collapse. In part I agree with the protest – as judges should be using the Press Law, which has been agreed to by the Kurdistan Parliament and the Kurdish President. Like the international organizations, I worry about the way civil law is used that makes it possible to demand large fines. This makes it look indeed as if the government wants to stop a magazine by sending it into bankruptcy. Why have a press law if it does not get used?

I think that Lveen would have been taken to court for a story like this in any other country. When you say that someone committed murder, without coming up with information in a manner which leaves no doubt about its validity and accuracy (Al Jazeera code), you are printing slander. And you might just damage the person you are writing about.

I remember a British guy I met a couple of years ago. He was victim of a story published about him in the British tabloid The Sun. One source, no reaction asked – it happens in tabloid press in the West. The story ruined his life, even though the courts punished The Sun. Do we journalists want this as a result?

How would the Lveen editors like it when their colleagues write about them in this way? Would they accept it as quality journalism? I happen to know Lveen has a Code of Conduct on its wall – so how could they publish a story like this?

The problem with the protests of HRW and RSF – as I also told them myself – is that it might give Kurdish journalists the wrong impression: that it is OK to write stories based on one unnamed source only. That press freedom is total and journalists are under and above the law. If journalists believe this, it would be very bad for the future of journalism in Kurdistan, and for the Kurdish society.

Because the press should be the mirror of what happens in the society. We should show what is happening, to the people, to politicians, so that both can function well inside the democracy. We, journalists, are not part of the political system, we watch, report, and criticize, we hold accountable. By publishing facts, by checking information, by avoiding slander.

If Kurdish journalists follow the example mentioned, the mirror of the press will be too cracked to be of any use.

Since the demonstrations of February, March and April, the tension between press and politicians has increased dramatically. Stories like the one mentioned, do not help to make a workable relation. Politics need media, media need politics. We should work together, not slander each other.

Do not tell me that I am too Dutch to understand what is happening. Do not tell me that we are killing ‘the Kurdish journalism’. Kurdistan is part of the world. In the world, rules have been made. Not only about freedom and freedom of speech, but also about our limits when working as journalists. That is why codes of conduct have been made (and the IFJ code is already 60 years old). Let’s work with them. That is the only way to move forward, and to keep the cracks and clouds out of the mirror.

This article was published in the Kurdish newspapers Awene and Aso.

Saturday, June 4, 2011

Bagdad is leven van dag tot dag

Bagdad. De stad die door dichters is bezongen, waar ooit de beste artsen vandaan kwamen, die gold als de best opgeleide van het Midden-Oosten, die schitterde aan de Tigris. Die stad bestaat niet meer.

Wat over is, is een derdewereldstad waar alles draait om religie. De sjiitieten uit de steden en dorpen rondom Bagdad maken de dienst uit, de intellectuelen zijn grotendeels vertrokken. De provincialen brachten hun tradities en cultuur mee, of eigenlijk: gebrek aan cultuur. Nog niet zo lang geleden was er het besluit de afdeling zang en dans te sluiten van de faculteit voor de Kunsten, en ook de nachtclubs en bars.

En die religie, die wordt overal gedemonstreerd. Al voor Bagdad verschijnen de sjiitische vlaggen, ze wapperen bij controleposten en langs de weg. En overal zijn portretten van sjiitische geestelijken te zien. Heel Iraaks (want in Iran is dit omstreden) zijn de geschilderde portretten van de schoonzoon en de kleinzoon van de profeet, Ali en Hoessein. Onder Saddam waren al dit soort uitingen jarenlang verboden.

Er zijn nog steeds bommen, en aanslagen richten zich nu vooral op aanhangers van het vorige regiem. Vrijwel dagelijks worden die vermoord. De onvoorspelbaarheid van waar het gevaar loert, heeft tot gevolg dat de Bagdaders van dag tot dag leven. Vooruitgang is nauwelijks waar te nemen; er wordt weinig gebouwd (zeker in vergelijking met Koerdistan waar ik woon), veel wegen liggen open - en aan de hoeveelheid afval dat zich door het zand heeft gemengd kan je zien dat dit al lang zo is en dat iemand er met het geld vandoor is gegaan. Er ligt veel afval, overal: bij huizen, gebouwen, parken. Niemand voelt zich verantwoordelijk, zoveel is wel duidelijk.

Overal is politie, bewakers, leger, veel wapens. Controleposten, soms bemand door een combinatie van politie en leger. En als je daar een foto van maakt, krijg je pas echt problemen. Hier met die camera, weg met die foto. Als je bij overheidsgebouwen naar binnen moet, word je soms wel zeven keer gecontroleerd en in de hitte wachten.

Rondrijden in de stad betekent van de voren overleggen: is dat wel een goed idee? Je hebt veilige en onveilige wijken. Wijken die veilig zijn voor soennieten, wijken die veilig zijn voor sjiieten, wijken die veilig zijn voor buitenlanders. Er zijn wijken waar je als 's avonds rustig kunt gaan winkelen, en andere waar je dat beter niet kunt doen. Gelukkig lijken de Bagdaders redelijk te weten wat de spelregels zijn.

Ze vragen je: hoe lang denk je voor Bagdad weer de oude is? Je vraagt je af of dat ooit gebeurt. De samenstelling van de stad is totaal veranderd. Dat draai je niet zomaar terug.