
Sharkiya heeft geen banden met de Iraakse regering van premier Al-Maliki, en laat zien hoe mensen dansen en leuzen scanderen, terwijl soldaten ze op afstand houden van regeringsgebouwen. ,,Dit is een vreedzame demonstratie'', staat op het roze papier dat een oudere vrouw in het zwart omhoog houdt. Vorige week werd de betoging op het Tahrir Plein in Bagdad met geweld beeindigd. Op verschillende plaatsen in Irak zijn journalisten die de betogingen versloegen de afgelopen weken gearresteerd, mishandeld of bedreigd. De regering heeft liever niet dat hun berichten de rest van de wereld bereiken.
,,Waar is mijn recht en dat van mijn zoon'', staat op het plakaat dat een man in Najaf draagt, met zijn kind van een jaar of tien aan zijn zijde. ,,We hebben spijt dat we jullie gekozen hebben'', meldt het papier van een andere betoger in Basra, en ,,We willen hervormingen, geen vertrek van de regering''. Een betoger in Bagdad die werk heeft, komt uit solidariteit: ,,We hebben geluisterd naar de Seyeds (geestelijken) die zeiden op wie we moesten stemmen, dat doen we niet weer.''
De slogans zijn uitgeprint deze week, vorige week waren ze nog geschreven. Op het Tahrir Plein staat deze keer pontificaal een portret van de zoonschoon van de profeet, Ali, die shiieten vereren. Want deze keer worden de protesten gesteund door Moktada al Sadr, die veel steun heeft in de armere wijken van de Iraakse steden.
Ondanks het geld dat de regering uitgedeeld zou hebben aan sheiks en stamhoofden om mensen thuis te houden, zijn duizenden de straat opgegaan. Hoewel uitgaansverboden en autoverboden het hen moeilijk maken zich bij andere betogers te voegen, is het enthousiasme groot. De eisen herinneren aan die elders in de Arabische wereld: banen voor jongeren, betere voorzieningen, persvrijheid, einde aan de corruptie. Het verschil is dat de Irakezen de kans hebben gehad hun regering te kiezen. En besloten hebben eindelijk hun onvrede openlijk te tonen, hoewel premier Al-Maliki ze uitmaakt voor aanhangers van Saddam en verklaart dat hun aantal veel te klein is om er iets op uit te doen.
Ik zit er op afstand, in het veilige Erbil met vrienden uit Bagdad naar TV te kijken. ,,Vroeger werden ze per bus vervoerd en wilde niemand gaan'', zegt een van hen. In Saddams tijd werden mensen verplicht naar demonstraties te gaan, om de buitenwereld te laten geloven dat de grote leider geliefd was. Dat maakt de betogingen in Irak extra bijzonder. Sinds 2003 is er wel betoogd, maar niet eerder zo grootschalig en langdurig als nu.
Waar veel betogers in Sulaymaniya op wachten, kwam niet. Ze eisen excuses voor het schieten op betogers, twee weken geleden, door de KDP beveiligers voor het hoofdkwartier van hun partij. Daarbij vielen enkele doden. Inwoners van mijn woonplaats eisen dat de schutters vervolgd worden. Demonstreren is een recht, en president Barzani geeft dat toe, maar excuses blijven uit.
In Koerdistan beginnen politici in te zien dat zij aan zet zijn. Maar zijn een banenplan en een aanbod voor verkiezingen voldoende? ,,Het probleem is dat niet de regering of het parlement de macht hebben in Koerdistan'', zegt journalist Asos Hardi als ik hem ernaar vraag. ,,KDP en PUK hebben de macht.'' Hij noemt als voorbeeld het feit dat de Salahadin Universiteit in Erbil dicht is op bevel van de KDP-studentenbond, terwijl de minister vergeefs probeert de studies te laten hervatten. ,,En de KDP stuurde troepen naar Sulaymaniya, zonder dat de premier er iets aan kon doen. Het was de PUK-top die voorkwam dat we hier een bloedbad kregen.''
(Foto's Press TV en Jantine van Herwijnen)
No comments:
Post a Comment