photo: Eddy van Wessel

Translate

Thursday, March 24, 2011

Nieuwjaar in Sulaymaniya


Straten waar geen doorkomen aan is. Muziek op straat, vuurwerk, verklede mensen. Het lijkt op carnaval, maar het is nowroz (nieuwjaar) in Sulaymaniya. Dit jaar nog drukker dan het vorige.


De tellingen lopen uiteen van een miljoen mensen tot nog veel meer; het zag op 20 maart 's middags en 's avonds zwart van de mensen in de tweede stad van Iraaks Koerdistan. Opvallend, omdat iedereen had aangenomen dat de protesten van de afgelopen weken bezoekers zouden afschrikken. Maar de Iraans Koerdische familie die ik sprak had slechts superlatieven voor de goede sfeer, en beklaagde zich dat ze dit feest in eigen land niet mag vieren.


De organisatoren van de protesten (die al een maand duren) hadden die voor deze speciale dag veranderd in een 'herdenkingsdag voor de martelaren'- voor betogers die omgekomen zijn de afgelopen weken. En daarna werd het Saray Plein in Suleymaniya al snel overgenomen door feestvierders.



Politie was aanwezig, maar niet heel zichtbaar. Agenten bekeken vanaf een afstandje de drukte. Een enkele groep jongeren manifesteerde zich al 'Goran, Goran' zingend als voorstander van verandering, en daarmee als aanhangers van de partij met die naam, maar tot aanvaringen kwam het niet.


Voor even was Suleymaniya herenigd. Iedereen genoot van het goede weer en vierde feest.

Saturday, March 19, 2011

People are the centre of the democracy

Sulaymaniya is coloured green. The main streets of the town are disrupted because of the celebration of March 7, the uprising against Saddam. People dance for hours around their cars in Salim Street. Kurdsat shows me life footage, but at KNN I only see images of the demonstration of today. The colour green is not there at all.

Thousands of protesters are assembled in the centre of Sulaymaniya for the 20-somethingth day. I know it from people who went to the bazaar and told me, I know it from KNN, I see pictures in independent newspapers. But if I stay at home and only watch PUK or KDP-channels, I have no clue of what is going on in the world outside, a few miles from my home.

Erbil is coloured green and yellow. The main streets of the Kurdish capital are disrupted with people waving flags and banners for PUK and KDP at the 20th anniversary of the uprising on 11 March 1991. Zagros gives me life images, Gali Kurdistan as well, Kurdsat and Kurdistan TV mention it in their news broadcasts. But again if I were only tuning in to KNN, I would not be informed about what is happening outside, in my own country.

Perhaps if I buy independent newspapers, I will get the news, but much later. I want it now, because I want to be well informed. I decide to try Radio Nawa, but they do only words, no images. And I wonder: Does working as a journalist for a party paper really mean that you must close your eyes? That you keep information from your readers that is important for them to know, as it is happening in their country and affects their opinion? Do journalists of party papers really want to decide what their readers should think?

I think not. I guess they want to inform the Kurdish people just as much as other journalists want to. But they feel they have a loyalty conflict. They feel that as they are paid by the party, they should only report what they think the party wants them to report. As thus, they censor themselves.

The result of this is that readers/viewers/listeners of party media only get part of the story. To be really informed, they have to switch channels; they have to buy more than one paper. Many do not - and do not even realize that there is another side to a story, or that things are happening that they have no knowledge of.

Journalists are supposed to be an important part of a democracy. In the triangle of people, politics and press they must make sure people are informed about what is going on in their society and what politicians do about it, and on the other hand they convey to politicians what are the thoughts and wishes of the people. They are supposed to be the so called fourth power, reporting and checking on the deeds of politics, government and justice. In Kurdistan, most journalists do not play this role.

Journalists are bound by their own ethic standard, which tells them not to be biased, to report in an honest way, not to omit information that is important as to put a subject in its context. In Kurdistan, most journalists do not adhere to these ethics.

Yet, democracy in Kurdistan is growing. We saw last week how the parliament is growing up, calling the Prime Minister to come and explain what has happened. He comes and answers them, partly in front of TV camera’s so all his subjects (and their voters) can see. The parliamentarians vote on their first motion of confidence against the government. They write history.

In this climate we also need journalists to make history. To start playing the role the democracy is asking them to play. Not as part of the political system, but as reporters, as honest informers of the citizens.

Because in a democracy, it is the people who are the centre of the system. It is their votes, that put politicians in their seats. And it their votes, that can remove them if they do not listen to the peoples wishes. The parties are just a tool to serve the people. And journalists should check on how this is working out, and report on that.

While in the past weeks Kurdistan is growing into its role as a democracy, shooting at civilians demonstration for their demands has no connection to this progress. The only positive result I can think of is that it serves to teach politicians where the limits are in a democracy – but that process should not cost lives. That discussion should take place in the Kurdish media, as the Kurdish people need to know if and how progress is being made. Demonstrations are a democratic tool, and journalists need to report on them to make politicians realize what needs to be done to keep the people happy.

So is this something party journalists cannot do? I wonder why not. If their bosses feel that they are all part of the democratic system, it is the party media that should start the discussions. To give the people a voice. It should not be a problem to disagree; politicians will learn most from opinions that differ from their own. It serves to sharpen their minds and arguments.

My own newspaper used to be part of a party, as most media in my original home country, the Netherlands. It still has ‘the colour’ of that party and chooses subjects that are close to the hearts of voters of that party - but now is reporting in a neutral way. Its opinion page is open to all, and has become an influential platform of opinion makers and others on a broad number of subjects.

I challenge party newspapers and newspapers published with party money in Kurdistan to take up this role. Your politicians need to know what people in their country feel, need, want and demand. And your readers need to be well informed to be able to make up their minds. In this way media can really play their role in the society.

This article was published in Kurdistani Nwe (March 14, 2011) and on the website of Rudaw.

Saturday, March 12, 2011

Koerdistan schrijft geschiedenis

Hoe bind je burgers weer samen, na weken van protesten? Door ze te wijzen op een gezamenlijke herinnering, of een gezamenlijk doel. En dat is wat er deze week in Koerdistan is gebeurd.

Terwijl in het centrum van Sulaymaniya voor de zoveelste dag werd gedemonstreerd, vond op de belangrijkste weg naar het centrum een feestje plaats. De PUK had de 20ste verjaardag van de opstand tegen Saddam op 7 maart 1991 aangegrepen om te feesten. PUK-leider en president van Irak Jalal Talabani kwam de menigte toespreken die zich had verzameld voor het PUK hoofdkwartier op Salimstreet, zwaaiend met de groene PUK vlag met de roos die eigenlijk een tulp is.

De PUK gebruikte een herinnering, die iedereen koestert - de ontworsteling van hun stad aan Saddam - als samenbindend element. Bovendien weet iedereen dat dit te danken was aan strijders van de PUK. De verbroedering vond plaats voor het PUK-hoofdkwartier. Ik zag de TV gesprekjes voeren met mensen die ik me herinnerde uit de verkiezingstijd van de zomer van 2009, en die toen voor de afgesplitste Veranderingspartij (Gorran, de belangrijkste aanstichter van de betogingen) waren.

De partij ging nog een stapje verder. Talabani sprak, met naast zich zijn vrouw Hero Khan, de first lady van Irak maar ook van de afdeling Sulaymaniya van de PUK, de menigte toe. Hij sprak over de strijd voor Kirkoek, dat hij het 'Jeruzalem van Koerdistan' noemde.

Sinds het begin van de onrust zijn zo'n 6000 Koerdische strijders samengetrokken buiten de oliestad Kirkoek. De reden voor deze belegering waren berichten dat geplande protesten in de Arabische voorsteden zouden worden gebruikt om de stad in handen te krijgen. Er zouden oud-Baatleden actief zijn, samen met activisten voor Al-Qaida. De protesten liepen ondanks de aanwezigheid van de peshmerga's uit op vernielingen van overheidgebouwen en politiebureaus, maar de peshmerga's zijn nog steeds rondom de stad gelegerd.

In deze situatie riep Talabani op tot een samenwerking met de Turkmeense minderheid in Kirkoek, om de veiligheid te garanderen. Hij kreeg ervoor op zijn kop vanuit Bagdad - hij is immers president van heel Irak - maar zijn boodschap trof Koerdische harten. Er is vrijwel niemand in Koerdistan die Kirkoek los wil laten; die stad moet onderdeel worden van de KRG.

En zo duurde het feestje in Salimstreet tot diep in de nacht, met dansende mannen, vlaggen, vuurwerk en muziek die uit autostereo's dreunde. De PUK-stations deden er met graagte verslag van, KNN negeerde het groen en berichtte slechts over de betoging.



suley puk feest.jpg

Bovenstaand beeld is verbazend in een stad die al drie weken in de ban is van protesten, waarbij doden zijn gevallen. Waarvoor duizenden soldaten zijn aangevoerd, die wat op straathoeken hingen, maar ook insloegen op betogers en op journalisten. Die opeens verbazend onzichtbaar zijn geworden.

Minder verbazend in de hoofdstad Erbil, die een paar dagen groen en geel zag van de PUK en KDP-vlaggen. Ter gelegenheid van de 11de maart, de dag van de opstand in Erbil, was er een grote manifestatie georganiseerd, die vele duizenden op de been bracht.



De manifestatie vormde de afsluiting van een week waarin in Koerdistan geschiedenis is geschreven. Politici hebben pogingen gedaan gehoor te geven aan de oproepen van betogers. Met de belofte van vervroegde verkiezingen, banenplannen, het beperken van salarissen van politici. En toen het parlement voor het eerst in zijn geschiedenis de premier op het matje riep, kwam die, om - ook al voor het eerst - klare antwoorden te geven. Waardoor we weten dat de schutters op de betogers in Sulaymaniya van de eerste betogingsdag vervolgd gaan worden, net als de aanvaller (leden van de veiligheidstroepen) op TV-station Nalia.

De premier overleefde vervolgens zonder problemen de motie van wantrouwen - ook een 'first' in de geschiedenis.

De vraag is nu hoelang de protesten nog doorgaan. De bazari's zijn het zat - en onder de winkeliers in de bazaar was veel aanhang voor Gorran. De economie ondervindt schade, alles ligt stil. Mensen zijn het protest zat, de dreiging van een splitsing. Zijn de vroegere vijanden PUK en KDP eindelijk gaan samenwerken, en nu willen de betogers dat er geen Koerdische regio meer is, maar drie stadsstaten...

De dreiging ook van geweld, daar willen we vanaf. In dit land weet men immers uiteindelijk alleen maar oplossingen te vinden via het geweld. Als je je jarenlang hebt moeten verzetten tegen de onderdrukker, is het moeilijk uit die 'mode' te komen. Verzet zit ingebakken, ook al is er nu een democratie. Het is een breuk met het verleden als het zonder lukt.

Bekende Koerden beginnen zich te roeren. Een groep bekende schrijvers (Bachtiar Ali, Mariwan Kanie) heeft afstand genomen van de eisen van Gorran. Is dat genoeg om de betogingen te laten uitbranden, of is er teveel gebeurd? Of brengt het Koerdische nieuwjaar, Nowroz, als het leven altijd zeker een weekk stilligt, de rust waar zovelen naar verlangen?

Friday, March 4, 2011

'We hebben spijt van onze stem'

Maar een enkel Iraaks TV-station doet live verslag van de protesten op deze Dag van de Waardigheid, waarbij in heel Irak duizenden mensen de straat op gaan. Dit is de tweede vrijdag van grootscheepse protesten in heel Irak. Alleen Sharqiya staat met camera's in Bagdad, Basra en Najaf. Andere stations hebben zich door de overheid laten overtuigen alleen in hun nieuws kort verslag te doen, of helemaal niet.

Sharkiya heeft geen banden met de Iraakse regering van premier Al-Maliki, en laat zien hoe mensen dansen en leuzen scanderen, terwijl soldaten ze op afstand houden van regeringsgebouwen. ,,Dit is een vreedzame demonstratie'', staat op het roze papier dat een oudere vrouw in het zwart omhoog houdt. Vorige week werd de betoging op het Tahrir Plein in Bagdad met geweld beeindigd. Op verschillende plaatsen in Irak zijn journalisten die de betogingen versloegen de afgelopen weken gearresteerd, mishandeld of bedreigd. De regering heeft liever niet dat hun berichten de rest van de wereld bereiken.

,,Waar is mijn recht en dat van mijn zoon'', staat op het plakaat dat een man in Najaf draagt, met zijn kind van een jaar of tien aan zijn zijde. ,,We hebben spijt dat we jullie gekozen hebben'', meldt het papier van een andere betoger in Basra, en ,,We willen hervormingen, geen vertrek van de regering''. Een betoger in Bagdad die werk heeft, komt uit solidariteit: ,,We hebben geluisterd naar de Seyeds (geestelijken) die zeiden op wie we moesten stemmen, dat doen we niet weer.''

De slogans zijn uitgeprint deze week, vorige week waren ze nog geschreven. Op het Tahrir Plein staat deze keer pontificaal een portret van de zoonschoon van de profeet, Ali, die shiieten vereren. Want deze keer worden de protesten gesteund door Moktada al Sadr, die veel steun heeft in de armere wijken van de Iraakse steden.

Ondanks het geld dat de regering uitgedeeld zou hebben aan sheiks en stamhoofden om mensen thuis te houden, zijn duizenden de straat opgegaan. Hoewel uitgaansverboden en autoverboden het hen moeilijk maken zich bij andere betogers te voegen, is het enthousiasme groot. De eisen herinneren aan die elders in de Arabische wereld: banen voor jongeren, betere voorzieningen, persvrijheid, einde aan de corruptie. Het verschil is dat de Irakezen de kans hebben gehad hun regering te kiezen. En besloten hebben eindelijk hun onvrede openlijk te tonen, hoewel premier Al-Maliki ze uitmaakt voor aanhangers van Saddam en verklaart dat hun aantal veel te klein is om er iets op uit te doen.

Ik zit er op afstand, in het veilige Erbil met vrienden uit Bagdad naar TV te kijken. ,,Vroeger werden ze per bus vervoerd en wilde niemand gaan'', zegt een van hen. In Saddams tijd werden mensen verplicht naar demonstraties te gaan, om de buitenwereld te laten geloven dat de grote leider geliefd was. Dat maakt de betogingen in Irak extra bijzonder. Sinds 2003 is er wel betoogd, maar niet eerder zo grootschalig en langdurig als nu.

In Erbil is het rustig, hoewel ook in Iraaks Koerdistan op veel plaatsen nog steeds vrijwel dagelijks wordt betoogd. Het heeft premier Barham Saleh de mogelijkheid gegeven enkele maatregelen te nemen waar hij al plannen voor had: een banenplan voor 2 miljard dollar, en verlaging van de salarissen van politici. Bovendien heeft de Koerdische president Barzani in een opmerkelijk korte toespraak (5 minuten) gemeld dat hij bereid is vervroegde verkiezingen uit te schrijven, als de burgers dat echt willen - tegelijk met een oproep toch vooral vreedzaam te demonstreren.

Waar veel betogers in Sulaymaniya op wachten, kwam niet. Ze eisen excuses voor het schieten op betogers, twee weken geleden, door de KDP beveiligers voor het hoofdkwartier van hun partij. Daarbij vielen enkele doden. Inwoners van mijn woonplaats eisen dat de schutters vervolgd worden. Demonstreren is een recht, en president Barzani geeft dat toe, maar excuses blijven uit.

In Koerdistan beginnen politici in te zien dat zij aan zet zijn. Maar zijn een banenplan en een aanbod voor verkiezingen voldoende? ,,Het probleem is dat niet de regering of het parlement de macht hebben in Koerdistan'', zegt journalist Asos Hardi als ik hem ernaar vraag. ,,KDP en PUK hebben de macht.'' Hij noemt als voorbeeld het feit dat de Salahadin Universiteit in Erbil dicht is op bevel van de KDP-studentenbond, terwijl de minister vergeefs probeert de studies te laten hervatten. ,,En de KDP stuurde troepen naar Sulaymaniya, zonder dat de premier er iets aan kon doen. Het was de PUK-top die voorkwam dat we hier een bloedbad kregen.''

(Foto's Press TV en Jantine van Herwijnen)