photo: Eddy van Wessel

Translate

Sunday, December 26, 2010

Kerst in Koerdistan


,,Dat is nieuw'', zegt Sam als we langs marktkraampjes lopen waar naast het rode pak van de Kerstman ook versierselen voor de kerstboom te koop zijn. Het is de bazar van Sulaymaniya, een paar dagen voor Kerstmis.

Kerstversieringen - alleen voor de honderden christelijke families die uit Bagdad en Kirkoek naar Suleymaniya zijn gevlucht? Nee, denkt Sam, ,,steeds meer Koerden vinden het wel modern om aan kerstversiering te doen.''

Het blijft bij de versieringen, want op Eerste Kerstdag gaan de Koerden gewoon naar hun werk. Het is immers zondag, het begin van de werkweek.

De kerk van Mar Yusuf, tegenover het mediacentrum, is op Kerstavond bomvol. Deels vanwege de tientallen gezinnen die er hun toevlucht hebben gezocht, waarvoor ook de straat is afgezet. De kerk wordt al wekenlang bewaakt door Iraakse soldaten om aanslagen te voorkomen. Die bewaking is duidelijk verscherpt om de veiligheid van de kerkgangers te garanderen.

Vanwege de dreigementen die opnieuw zijn uitgesproken door Al-Qaida en andere radicale moslimgroepen, hebben de christenen in Bagdad en Kirkuk deze Kerst afgezien van al te openlijke manifestaties. Geen versieringen, wie nog is achtergebleven, probeert niet op te vallen om geen nieuw geweld uit te lokken. Toch zaten de meeste kerken in Bagdad vol op Kerstavond, met name de Kerk van Onze Vrouwe van de Verlossing, waar bij geweld in oktober zeker 50 mensen omkwamen. We laten ons niet bangmaken, was de boodschap van de kerkgangers.

De sjiitische leider Amar al-Hakim woonde demonstratief de mis bij in een kerk in de wijk Masour. En voorzitter Al-Nujaifi van het Iraakse parlement opende de sessie zaterdag met een oproep aan christenen om Irak niet te verlaten. ,,Irakezen willen niet dat de kerkklokken ophouden te luiden.''

De bisschop van Kirkuk, Louis Sarko meldde eerder deze week samen met nog tien andere vooraanstaande christenen bedreigd te zijn door de Islamitische Staat van Irak, een aan Al-Qaida gelieerde beweging. Daarom bleven in Kirkuk de meeste christenen thuis.

Sarko's kerk in Kirkuk

Maar ook in het veilige Koerdistan durfde niet iedereen naar de kerk. ,,Ik vind het risico te groot'', zei een christen uit Bagdad die in Erbil woont.

De dreigementen hebben ook hun effect op de situatie in Ainkawa, de christelijke voorstad van de Koerdische hoofdstad Erbil met zijn vele kerken (voor iedere christelijke geloofsgroep wel een). De veiligheidspolitie is massaal uitgerukt, en heeft vliegende checkpoints opgezet op alle toegangswegen. Ook bij de kerken, waar het een drukte van belang is, staat extra politie. Ainkawa wil best weten dat het christelijk is: de straten zijn versierd met verlichting in de vorm van sterren en bomen, en veel inwoners hebben hun huis van buiten met lichtjes versierd.

Ainkawa is het uitgaanscentrum van Erbil, waar de geloven elkaar boven een goed glas treffen. De Koerdische islam heeft daar geen problemen mee. Vanwege de dreigementen zijn de vele alcoholwinkels op Kerstavond echter gesloten. En datzelfde geldt voor de restaurants die drank serveren. Alleen de miswijn is met rustgelaten.

Thursday, December 23, 2010

Kurdish press has a long way to go

The Kurdish press has had a tough year, and is facing numerous challenges that need to be overcome in order to secure its future, writes Mariwan Hama Saeed on the IWPR website.
His analyses is worth reading:

Kurdish Press: Still a Long Way to Go

Friday, December 17, 2010

Snelheid van verandering



,,Weet je nog, dat we toen in de eerste supermarkt van Koerdistan pindakaas en kaas hebben gekocht omdat we de kebab zo zat waren?''

Ik haal herinneringen op met een van de trainers van het eerste uur in Iraaks Koerdistan, Rommert Kruithof, met wie ik hier al sinds 2004 journalistieke trainingen geef. Hij is inmiddels voor de twaalfde keer terug, en traint de nieuwe verslaggevers en eindredacteuren van de site die we aan het opzetten zijn voor Kirkoek.

We zitten aan de pasta met zalm en spinazie in mijn keuken, en denken terug aan die eerste trainingen. Die herinneringen maken duidelijk hoe snel de ontwikkeling van Koerdistan is gegaan. Het voorbeeld alleen al van die eerste supermarkt, die in 2004 allerlei westerse producten verkocht. Sinds ik in Sulaymaniya woon (april 2008) heb ik de ene na de andere supermarkt zien openen, en de producten van over allerlei grenzen op de schappen zien verschijnen.

Niet dat alles er altijd is. Soms is er opeens een lading bevoren grote garnalen binnengekomen, die je dan snel moet inkopen om te voorkomen dat ze al weer op zijn. En de keus is ook nog niet heel groot. Ik kijk steeds opnieuw mijn ogen uit in de Nederlandse supermarkten waar van een product wel vijf of zes merken voorradig zijn. Vis komt hier uit Vietnam, meer keus is er niet. Maar het is er, en daar ben ik allang blij mee.

Het is een sprong vooruit sinds 2003, het jaar van mijn echte kennismaking met Irak. Er zijn nu supermarkten, de (meeste) mobiele netwerken zijn op elkaar aangesloten, de steden zijn in grootte verdubbeld met veel hoogbouw, er is bijna 24 uur elektriciteit, er is in Erbil zelfs een overdekte schaatshal en in Sulaymaniya een bowlinghal, er zijn Libanese, Chinese, Italiaanse en hamburgerrestaurants (en niet meer alleen eetgelegenheden met kebab en nog eens kebab), restaurants schenken drank, en veel merken wijn zijn nu te koop (in plaats van alleen zure en dure Franse), er is bruin brood te koop.


Vooruitgang die snel gaat - je moet er echt bijblijven om het waar te nemen. En dat is nu juist wat veel Irakezen niet doen. Al sinds ik hier kom willen jongeren weg, en velen grijpen hun kans en gaan. Wat grote gevolgen heeft voor het niveau in de samenleving. Er zijn zestien universiteiten in Koerdistan, maar hoe geef je onderwijs op niveau als je intellectuelen en je kader naar het buitenland is vertrokken?

De vooruitgang is daardoor vooral een zichtbare. De maatschappij zelf verandert slechts langzaam. De verhouding tussen mannen en vrouwen, het aantal vrouwen dat werkt, de leesdichtheid, het aantal boeken en kranten dat wordt verkocht, de discussies die worden gevoerd, de vrijheid om je huwelijkspartner te kiezen op basis van kennis (in plaats van drie gesprekjes onder toezicht die tot die beslissing moeten leiden) - op al die punten gaat het nog nauwelijks beter. Vrouwenbesnijdenis wordt bestreden, maar vindt nog steeds plaats.

Treffend vond ik de reactie van een aantal vrouwen op een overheidscampagne die onlangs werd gevoerd tegen geweld tegen vrouwen. In een TV-programma uitte een vrouw er kritiek op. ,,De overheid wil dat ik over mijn man klaag bij de politie. Dat kan toch niet? Waar bemoeit de overheid zich mee? Laat ze zich met echte problemen bezighouden!''

Thursday, December 9, 2010

Press freedom is in danger


Press freedom in Iraqi Kurdistan is deteriorating, a number of foreign organizations have warned recently. They mention the murder of the young student/journalist Sardasht Osman, still unresolved, but also the growing numbers of incidents against journalists and the increasing number of court cases against Kurdish media.

Press freedom is an essential part of a democracy, as it gives the people both the chance to know what is going on in the country and to let its voice be heard. Press freedom is never absolute; its limits are the laws of a country and the consideration if the news is worth the damage it may cause.

Like democracy, the press in Kurdistan is developing. Mistakes are made. And when they are made, it is normal in a democracy a court is asked to judge and if needed to punish. But in Kurdistan also justice is still developing. That’s why politicians, religious leaders and others have been able to sue media and journalists under civil law (the 1969 penal code), where the Press Law should have been used. And this has lead to court cases that would not have been possible under the Press Law.

Interestingly enough this has softened the differences between independent and other media. Until recently independent media like Awene, Hawlati and Lvin were targeted; each have a number of court cases against them. As has opposition paper Rojnama, which was honored with the highest damages demand ever (of 1 billion dollars). Recently, also editors of semi-independent media (paid by parties but with more room to maneuver than the party media) have found themselves in trouble.


The editor in chief of Haftana Magazine spent hours questioned by police after publishing a very well documented article about corruption, as did his colleague of newspaper Rudaw. The latest in this development is Chawder, that has been sued by the Islamic party KIU for defamation of the Prophet. The writer of this article is a theological scholar and has written books full about the subject (did the Prophet really travel to heaven?). The party also complained about the illustration used, which happens to be some 500 years old.

It is dangerous when religious parties use the courts to get their truths authorized in a multi-religious state like Kurdistan. One of the roles of the media in a democracy is to open up discussions, and to facilitate an exchange of opinions – so the public can make up its own mind what it wants to believe or not believe. Courts should not be used to stifle these discussions, as they play an important role in shaping a democracy.

Dangerous too is the way politicians evade the law they have put in place themselves. The Press Law should be used for complaints about media. For one, because the amounts of damages demanded under the 1969 penal code may cause havoc in the Kurdish media landscape. Some of the amounts are so high, or the addition of different verdicts may be so high, that media are being threatened in their existence.

The variety of media is what makes the Kurdish landscape stand out in the Middle East. Kurdistan does not want to go back to the epoch of ‘his master’s voice’. To become the democracy it needs to be to survive in this region, it needs a blooming and booming media landscape.

Politicians should be aware of that, and instead of threatening media in their livelihood, they should guarantee their existence. They could do that by putting a maximum to the fines that can be imposed on media, by using the Press Law better or by setting up a Media Fund that can help media that have been sued into bankruptcy.

This article was published by Kurdistani Nwe in November 2010

Tuesday, November 30, 2010

Veilig maar nog steeds bang

Iedere ochtend en avond groeten we elkaar vriendelijk, de militairen voor de kerk en ik.
,,Tsjoeni! Bashi!'' of een korte zwaai.

Toch ben ik niet blij met de soldaten (Koerdische uit het Iraakse leger) die tegenover ons mediacentrum in Sulaymaniya staan. Als de Chaldese kerk een doelwit wordt, dan geldt dat ook voor ons. Maar in deze samenleving is het goed dat die bewakers er zijn, om booswichten ervan af te houden ook maar iets te overwegen.

De militairen zijn er neergezet op voorspraak van de Iraakse first lady, na het geweld tegen christenen in Bagdad. Al-Qaeda, dat de bezetting in de Bagdadse kerk met meer dan vijftig doden had opgeeist, dreigde daarna met meer geweld. In de weken erna waren er dagelijks aanslagen op woningen van christenen in Bagdad.


De ene na de andere taxi uit Bagdad en Kirkoek stopte voor de kerk. Daarna volgden de vrachtwagens met huisraad, en verscheen er was aan lijnen voor de kerk. Vrouwen, soms met hun kind op de arm, praten op het binnenhof met elkaar in de late middagzon. Inmiddels hebben er tientallen families onderdak gevonden, zo wordt gezegd. We probeerden met ze te praten, maar iedereen is bang. Bang om zichzelf daarmee doelwit te maken, of misschien gewoon bang uit gewoonte, na jarenlang wonen in een stad waar je nooit wist waar de bommen zouden afgaan.

In heel Koerdistan zouden er inmiddels 500 gevluchte christelijke families zijn opgenomen, met name uit Bagdad en Kirkoek. Maar ook uit Mosoel is opnieuw een uittocht op gang gekomen. Het begint steeds meer op een gerichte campagne tegen de Iraakse christenen te lijken.

De link is snel gelegd met de steeds fellere campagne van een aantal christelijke organisaties, om Iraakse christenen een eigen regio te geven in de provincie Nineveh. Het is van origine christelijk land, maar de dorpen in het gebied worden nu bevolkt door Irakezen van verschillende afkomst. Met name onder radicale soennitische moslims is zo'n christelijke provincie onbespreekbaar. De Koerdische regering heeft er echter wel oren naar als ze onder gezag van de KRG zou vallen, waardoor de Koerdische regio in Irak groter zou worden.

Politici hebben het geweld veroordeeld en de Iraakse christenen opgeroepen hun land niet te verlaten, hoewel sommige Europese landen ze asiel hebben aangeboden en veel Iraakse christenen zich redelijk makkelijk bij familieleden in Europa en de VS zou kunnen voegen. Dat is ook de achtergrond van de grote actie om ze een onderkomen in Koerdistan te bieden. Christenen zijn onderdeel van de Iraakse samenleving, en door ze veiligheid te bieden hopen de autoriteiten ze ervan te weerhouden het land te verlaten.


Deze week verschenen er zwarte lakens met rouwspreuken aan de muur voor de kerk, en kwam er een rouwtent waar de nabestaanden konden worden gecondoleerd. Een van de ontheemden in de kerk was overleden. Uit de tekst op de lakens bleek onbedoeld hoe zeer de christenen onderdeel zijn van de Iraakse samenleving. De zonen van de overleden dame heten Basam en Azad - hun ouders gaven de een een Arabische, en de ander een Koerdische naam.

Het opvangen van de ontheemden gaat in Sulaymaniya zo te zien vrij soepel. Regelmatig worden goederen afgeleverd bij de kerk. In Erbil is dat anders. De Koerdische hoofdstad heeft een christelijke wijk met meerdere kerken, waar vooral christenen wonen. Met de komst van de ontheemden stegen de huren. In plaats van hun geloofsgenoten in nood gratis op te vangen, verhoogden veel christelijke huiseigenaren de huur, wetende dat de ontheemden geen keus hebben omdat ze onderdak nodig hebben.

De grote vraag is ook hoeveel kans van slagen de actie van de Iraakse autoriteiten heeft om de christenen in eigen land te behouden. Veel christenen die eerder naar Koerdistan kwamen uit Bagdad of elders in Irak, zijn inmiddels toch doorgereisd naar het Westen. Ze voegen zich daar liever bij familie en beginnen een nieuw leven, dan dat ze in het Koerdische noorden wachten op een mogelijkheid voor terugkeer naar huis die naar alle waarschijnlijkheid nog vele jaren zal duren.

Saturday, November 20, 2010

Koerdische sprookjes


Veel te langzaam haalt de drankverkoper zijn keuze aan witte wijn tevoorschijn. Ik kijk nog eens achterom: de taxi, met de kofferbak vol tassen, boodschappen en eigendommen, staat er nog. We maken onze keuze. Dan vloekt mijn huisgenote hardgrondig: ,,Waar is onze taxi?’

Ik draai me om, en zie een lage plek waar de wit-oranje taxi net nog stond.
,,Dit kan niet, dit is Sulaymaniya’’, zeg ik. Ik kan het niet geloven. Een taxi rijdt gewoon weg met onze laptops, mijn camera, de bagage die we vanochtend mee terugbrachten uit Erbil plus de boodschappen voor het feestje dat voor morgen is bedacht

We lopen naar de stoeprand. Niks. We lopen een stukje om te kijken of hij misschien iets is doorgereden. ,,Dit kan niet’’, herhaal ik. De drankverkoper beaamt dat. ,,Die heeft een noodoproep gekregen of zo’’, zegt hij.

Ik bel mijn medewerker Sam, die niet opneemt. Wat te doen? Hassan en Tofi komen, onze Bagdadse studenten die in het IMCK wonen. We doen het verhaal opnieuw. ,,We gaan naar de politie’’, zegt Sam, als ik hem eindelijk te pakken heb. Hij stapt in de auto en komt naar ons toe. ,,Niet dat je het terugkrijgt, maar de politie moet het weten.’’ Maar ik kan me niet eens meer herinneren hoe de chauffeur eruit zag, of hij jong of oud was. Ik weet alleen nog de kleuren van de niet meer zo jonge taxi.

We zijn inmiddels in een droevig stilzwijgen gehuld. Wat zijn we kwijt, behalve de laptops: dagboeken, foto’s, half afgemaakte boeken en artikelen.
Dat feestje kunnen we dan ook wel vergeten.

We rijden naar huis, om te checken of de chauffeur misschien is doorgereden naar het opgegeven adres. De bewakers hebben hem niet gezien. Op naar de politie. Dan gaat de telefoon: Tofi, die terug is gekeerd naar het IMCK. ,,De taxi is hier.’’

,,Hou de chauffeur vast! Laat hem niet vertrekken!’’ Daar aangekomen staat een man van middelbare leeftijd met het schaamrood op de kaken. Waarom hij precies is vertrokken blijft een raadsel. Hij wilde geen alcohol in de auto, heeft hij Tofi verteld. Hij hoorde de oproep voor gebed en vergat alles, reed naar huis om zich te wassen en te gaan bidden, en ontdekte de volle achterbak, vertelt hij Sam. ,,Zie je nu wel dat het in Sulaymaniya niet gebeurt’’, verzucht ik opgelucht, als alles onaangeroerd aanwezig blijkt te zijn.


Weken later herhaalt de drankverkoper nog lachend dat hij gelijk had: het gebeurt niet in Sulaymaniya.

En niet alleen niet in Sulaymaniya. Diezelfde avond brengt de Koerdische TV een verhaal over een taxichauffeur in Erbil die goud en dollarbiljetten in een plastic zak onder een stoel in zijn auto had aangetroffen, en die daarna jarenlang heeft bewaard tot de eigenaar zich zou melden.

Uiteindelijk kwam de vrouw die de plastic zak in de auto was vergeten, de chauffeur op het spoor. In de tussenliggende jaren was ze gescheiden. Haar man had haar het verlies van hun spaargeld niet willen vergeven.

Toen de chauffeur er zeker van was dat hij de eigenaren van het goud en geld had gevonden, stelde hij een voorwaarde.
,,Je krijgt het terug, als je je verzoent.''

Pas nadat het paar hertrouwd was en weer geruime tijd een gezin vormde, kwam de chauffeur langs met de plastic zak met hun spaargeld.

En ze leefden nog lang en gelukkig. Misschien bestaan sprookjes echt in Koerdistan. Of is het dat de jaren van isolatie ook positieve gevolgen hebben? Dan houden we het Westen nog maar even buiten de deur.


Sunday, November 14, 2010

Koerdistan: backpackers paradise


door Jantine van Herwijnen

Koerdistan is the place to be voor backpackers. Als ze zich tenminste niet laten afschrikken door het negatieve reisadvies van het Nederlandse ministerie van buitenlandse zaken. Niet essentiele reizen worden ontraden.

De prachtige natuur met groene valleien, watervallen en de enorme variatie aan bergen is klaar om ontdekt te worden. Met mijn beetje Koerdisch, de paar pagina’s die de Lonely Planet over Irak geplubiceerd heeft, en veel geduld heb ik samen met een vriend uit Nederland de mooiste reis sinds tijden gemaakt.

Er zijn regels waar je je aan moet houden aangezien de er nog veel mijnen liggen, vooral aan de grens met Iran. Die grens is niet overal even duidelijk en wanneer je deze overgaat bestaat er een kans dat je gezien wordt als spion. Wij zijn regelmatig gewaarschuwd op de paden te blijven, de Koerden nemen hun ‘gasten’ graag in bescherming.

Gastvrijheid is regel nummer een in Koerdistan. Overal waar je komt krijg je sterke, mierzoete thee of een traditionele maaltijd aangeboden. Iedereen is bereid je te helpen in je zoektocht naar een hotel of vervoer. De prachtige bergwegen zijn geen doorgaande route voor taxi’s of bussen dus de enige manier om in het hart van het Koerdische natuurschoon te komen is met een eigen auto of liftend.

“Sejara zor gosha”, een complimentje over de auto, gemeend of niet, is genoeg om de hele rit in half Koerdisch, half Engels te praten over het land. Verschillende ritten, steeds een andere ervaring. De advocaat belt met zijn vrouw die in Nederland woont en die voor ons vertaalt, de oude Turkmeen in Koerdische kleding racet ons met zijn versleten minibusje door de haarspeldbochten van het ruige gebergte. Er wordt zelfs regelmatig gestopt op mooie plekken zodat wij foto’s kunnen maken.

Als we het jaarlijkse Yazidi festival bezoeken worden we met open armen ontvangen. Ook hier zijn we gast, de honderden families die kamperen in de open lucht willen allemaal een kopje thee met ons drinken. “Vooral niet te lang stilstaan,” zeggen we steeds tegen elkaar, want dan vormt zich een groep met nieuwschierige mensen die allemaal met ons op de foto willen.


Ondanks dat de toeristen industrie pas sinds kort langzaam op gang begint te komen en zich vooral richt op families uit het zuiden is er overal wel een slaapplek te vinden. Soms prachtig, een appartement, boven een tahine fabriekje waar de geur van geroosterde sesam en het uitzicht op de bergen zorgt voor het ultieme vakantiegevoel. Soms vreemd, omdat de eigenaar van het hotel zenuwachtig wordt van ons. In Irak mag je als man en vrouw alleen een kamer delen als je getrouwd bent. De ringen kunnen hem niet overtuigen, de burgemeester van ‘s-Hertogenbosch in ons paspoort, waarvan we beweren dat dat onze achternaam is, uiteindelijk wel.

Het reisadvies houdt toeristen weg. Ook de Koerdische autoriteiten maken het niet gemakkelijk. Wanneer je aankomt in Koerdistan krijg je een visum voor tien dagen. Als je langer blijft moet dit bij de Asaish (veiligheidspolitie) verlengd worden. Een bureaucratische rompslomp aangezien buitenlanders een bloedtest moeten doen en je uren van kantoor naar kantoor moet voor het uiteindelijk geregeld is.


Koerdistan heeft de potentie een toeristische trekpleister voor avonturiers te worden als er iets meer ingespeeld wordt op de behoeften van de reiziger.